zondag 22 augustus 2010

Uitkering recht of verdienste?

Een uitkering moet je natuurlijk wel verdienen. Hoe komen ze er op? Toen ik het hoorde kon ik een hartstochtelijke en welgemeende vloek amper onderdrukken.
Als je even niet op let, klinkt het nog best aardig. Werklozen krijgen van de gemeente een baan aangeboden. Nou mooier kun je het als baanloze natuurlijk niet treffen.
Niks is minder waar. Want het is geen echte baan. Tenminste geen betaalde. Je mag gaan werken met behoud van uitkering. Sterker nog, je moet gaan werken om je uitkering te behouden. Als je even over de zin nadenkt, besef je in feite meteen wat een onzin het is. Een werkloze moet werken voor de uitkering. Hoe verzinnen ze het?
Er bestaat geen enkele baan waar je je neus voor op mag halen. Elk werk heeft zijn waarde. En daar wringt de schoen. Wie werkt mag een redelijk loon verwachten.
Alleen vrijwilligerswerk is gratis en zoals het woord al zegt vrijwillig. Belangrijk genoeg overigens. Dat vrijwilligerswerk. Als die er morgen massaal de brui aan geven, ligt Nederland op z'n reet.
Dat is al erg genoeg. Dat we in dit schandalig rijke land afhankelijk zijn van liefdadigheid.
Een uitkering valt daar niet onder. Een uitkering is geen liefdadigheid. Het is een reddingsboei voor hen die tussen de wal en het schip vallen.
Maar, zo wil een belangrijk deel van werkend en politiek Nederland daar moet wel wat tegenover staan.
Zo werd een man in Arnhem bij de plantsoenendienst te werk gesteld.
Dat is een klap in het gezicht van de reguliere medewerker in de plantsoenendienst. Want eigenlijk is zijn baan geen volwaardig salaris waard.
Begin deze eeuw kenden we nog de Melkertbaan. Het werk mocht overigens niet concurreren met bestaande banen en de Melketiers kregen 120 procent van het minimumloon.
De regeling werd in 2004 afgeschaft omdat de deelnemers niet zoals de bedoeling was doorstroomden naar een normale baan.
Hoezo vastgeroest in een uitkering?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten