woensdag 14 juli 2010

Analyse WK

Voor de allerlaatste keer dan nog even over het WK-voetbal. Terugblikkend had Brazilie natuurlijk met twee vingers in de neus of op een slof en een oude voetbalschoen of desnoods met de tweede garnituur spelers werldkampioen moeten worden. De zwabberbal van Adidas of hoe de fabrikant ook heten mag, heeft de kanaries de das omgedaan. En niet te vergeten een ongelovelijke redding van de gaandeweg het toernooi steeds meer geprezen doelman Stekelenburg. Zo gaat dat tegenwoordig. Een paar goede acties maken een speler al tot een hele grote. In de voetballerij is een halve zwaluw al een zomer. Kijk naar Elia, die na twee goede invalbeurten de hemel werd ingeprezen. Wij hadden voor het toernooi een grote vier. Niets van gezien. Van Persie als spits was een totale mislukking. De Goddelijke Kanaries hadden als er zoiets als gerechtigheid bestond voor de zesde keer kampioen moeten worden. Ze kregen het hele toernooi geen tegenstand van enige betekenis. In de kwartfinale speelden ze Nederland compleet van de mat. Een uur lang kwam Oranje er niet aan de pas. Daar zijn zelfs de tamelijk over het paard getilde Nederlandse spelers het mee eens. Tot die zwabberende toevalstreffer van Sneijder. De wedstrijd kantelde zoals dat heet. Ook een kenmerk van sport. Dat wedstrijden kunnen kantelen. De Brazilianen verzuimden of wie weet het noodlot stond het niet toe om Nederland al met de rust op een hopeloze achterstand te zetten. Dan wil de underdog nog wel eens winnen. Zo ook in dit toernooi. Uitgerekend de beste voetballers overkwam het voor de zoveelste keer om roemloos het strijdveld te moeten verlaten. De Nederlandse deskundigen roemden daarentegen de vechtlust van de Oranje leeuwen. Het liep uit op een afgang. Nederland ontpopte zich in de ogen van de buitenlandse kenners en Johan Cruyff als een onsportieve vechtmachine. Alleen als je wint heb je vrienden of op z'n minst gelijk. De superfavorieten uit Zuid-Amerika legden al in de kwartfinale door pech het loodje maar hadden als het allemaal wat eerlijker was verlopen en de beste had gewonnen natuurlijk geen kind gehad aan Uruguay en ook het toch wel erg fletse Spanje achteloos opzij gezet. Voor de zesde keer wereldkampioen hadden ze moeten worden. Gelukkig voor de minder goddelijk spelende teams in het bijzonder en het voetbal in het algemeen is het er niet van gekomen. Als de beste altijd zou winnen dan zouden de Brazilianen elke keer als winnaars uit de bus komen. Dan is er in feite al helemaal niks meer aan. Aan zo'n voetbaltoenooi, bedoel ik. Toeval speelt net zo'n grote of misschien wel grotere rol dan klasse. Het houdt in ieder geval de spanning er nog een beetje in. Kijk maar naar Engeland dat een zuiver doelpunt door de neus werd geboord. De Engelsen verloren kansloos van Duitsland, maar hadden als de scheidrechter een beetje had opgelet op gelijke hoogte moeten komen met de Duitsers. Wij Nederlanders weten als geen ander dat zelfs een verloren wedstrijd dan volledig kan kantelen. En zo eindigde het toernooi in een schoppartij tussen twee kwakkelende ploegen. Waar eigenlijk vrijuit combinerende Brazilianen de ietwat gelukkig tot de eindstrijd doorgedrongen Engelsen in een flitsend duel hadden moeten verslaan. Dat had enerzijds recht gedaan aan het principe dat de beste moge winnen en aan de andere kant het toeval in z'n waarde gelaten zodat voetbal leuk blijft om te volgen. Zo was het in een perfecte wereld gegaan. Maar daar hadden door de duivel bezeten godsdienstfanaten ook geen bloedige aanslag gepleegd op voetbalsupporters. Het bericht van de onvoorstelbare moordpartij in Oeganda werd maandag in de Nederlandse media volledig naar de achtergrond gedrongen door verslagen en analyses van de voetbalfinale. Hoe van de leg kun je zijn? De aanslag zelf is van een waanzin die alle verbeelding, voorstellingsvermogen of wat dan ook tart. Mensen vermoorden omdat ze naar voetbal kijken want een of andere entiteit schijnt dat niet goed te vinden. Hoe volledig van god los of buiten zinnen of door de duivel bezeten is de mens bij tijd en wijle? Het verslag van een potje voetbal met een minimale nieuwswaarde omdat iedereen de wedstrijd zelf heeft gezien belangrijker vinden dan zo'n bloedstollende wandaad, is ook behoorlijk ziek of op z'n minst kortzichtig.

dinsdag 13 juli 2010

Huldiging

De huldiging van het Nederlands voetbalelftal is tekenend voor dit af en toe zo rare en vooral volgzame land. Op de eerste plaats lijkt het veel op het vertoonde spel. Het grootste deel van de tijd gebeurt er helemaal niks. Twee strak voor zich uitkijkende dienders staan voor het Paleis Noordeinde en houden als stewards het in traditionele oranje klederdracht uitgedoste supporters volkje in de gaten. Binnen branden de spelers zich waarschijnlijk aan te hete koffie of wie weet een wat uit de klauwen gewassen gepofte aardappel. De supporters zelf vergapen zich net als bij de wedstrijden aan iets wat het meest lijkt op het groeien van gras. Ze blijven enthousiast.Ze verdienen alleen daarvoor al een lintje. De spelers zelf laten voorlopig niks van zich zien. Wachten op wat er komen gaat, is vast pandoer voor het Nederlande volk. Het heeft ook wel wat van het minzame hooghartig neerkijken van de notabelen van vroeger en de politici van nu voor het plebs dat ze eens in de vier jaar met flinke tegenzin toch een stem moeten geven. De spelers hebben de buit natuurlijk ook al lang binnen. Niks is ze gelegen aan de supporters. Die brengen immer veel minder geld in het laadje dan de televisierechten. Ze ondergaan de huldiging gelaten onder het mom dat het volk het nu eenmaal zo graag wil. Ze voelen zich echt niks beter dan de rest, maar ja het klootjesvolk wil ze nu eenmaal zo graag op een voetstuk plaatsen. Het spreekt van minachting voor de sport en voor de vele duizenden, honderdduizenden die tegen beter weten in nog steeds in sportiviteit geloven. En wij, wij laten ons zoals het een goed onderdanige Nederlander past in feite voor de zoveelste keer weer schofferen.

maandag 12 juli 2010

Probeersel

Le belt. Of ik voetbal heb gekeken? Ik ben geiriteerd door de pijn in m'n rug. Ze heeft het over de scheidsrechter die zou slecht geweest zijn. Ik snap niet waarom ze belt. In Vietnam hebben veel mensen op Nederland gewed. Ik versta eerst iets van veel Vietnamezen death. Ook haar vader heeft geld verloren. Ze wisten 100 procent dat Nederland zou winnen. Ik reageer geprikkeld. Ik zeg dat ik erge pijn in m'n back heb. Vraag me af wat ze wil. Ze heeft het weer over de slechte scheidsrechter. De Nederlander die bij de buik werd gepakt. Hij had moeten fluiten vindt ze. (Op de tv is een fluitconcert voor de scheidsrechter als ik dit typ. Het is de herhaling) Ik zeg dat er nu niks meer aan te doen is. Zij maakt een opmerking dat je er toch over kunt praten, maar merkt dat ik dat niet wil of er geen zin in heb. Ik heb gewoon niet door wat ze wil. Denk dat ze om geld belt of weet ik veel waarom.. Laat maar dan niet laat maar en ze hangt op. Nu voel ik me weer een beetje schuldig dat ik zo kortaf reageerde. Het blijft me dwars zitten en ik overweeg om haar terug te bellen. Maar daar heb ik eigenlijk ook geen zin in. Het is warm benauwd weer en m'n rug speelt op. Toch laat het me niet los en ik besluit om het dan maar op te schrijven. MISSCHIEN KAN IK HIER WAT MEE VOOR EEN VERHAALTJE. Het typen gaat fout. Ik heb per ongeluk de capslock toets ingedrukt. Ik wil het herstellen, maar besluit om het te laten staan. Zo gaat het m'n blog op. Waarom weet ik niet. Want de tikfouten heb ik er uiteindelijk wel uitgehaald. Ik laat het dit keer maar 'ns zo. Afwachten wat anderen hier van vinden. Als ze er al iets van vinden. Je weet het niet. De tijd zal het leren. Ik sta nu drie weken droog. Wat dan nog. Het duurt me allemaal te lang. De eerste twee weken vielen reuze mee. Maar nu is de tijd m'n grootste vijand. Ik zou zo graag willen dat we een paar maanden verder waren. Dan wist ik of het me helpt om niet te drinken of ik er baat bij heb. Nu lijkt het allemaal zo'n gedoe om niks.