dinsdag 15 september 2009

Fitness 1

Ik waggel een beetje over straat door de spierpijn in m 'n bovenbenen en de zeurderige steken in m'n onderrug. Het zijn iets meer dan driehonderd passen naar de fitness, maar ik heb ze nog nooit zonder klachten kunnen zetten. Het is er dankzij de airco gelukkig niet zo warm als buiten.
Als ik me buk om het zadel van de hometrainer op de juiste hoogte te zetten, speelt m'n rug weer eens op. Ik hijs me op het apparaat, stel de fittest in en begin aan de eerste vijf minuten fietsen.
Ik zal nog steeds wel zwak scoren. Daar heeft vijf maanden afzien niet veel aan veranderd.
M'n hartslag is onder de honderd. Dat valt me mee. Als ik dat een tijd volhoud, valt de test misschien wat hoger uit. Toe maar, m'n zuurstofopname is 30,1 VO2max. Dat is nog steeds zwak, maar ik haalde nog nooit boven de 30.
Ik zet het level op 9 en begin aan het half uurtje dat ik dagelijks probeer te fietsen. Het wil niet echt. M'n bovenbenen en rug sputteren na een paar minuten al tegen. De moed zakt me zoals gewoonlijk in de schoenen.
Ik heb nog zo'n 26 minuten te gaan. Het zweet breekt me uit. Al fietsend veeg ik het met m'n zakdoek weg.
Ik probeer niet aan de pijn te denken. Als ik nu eens een verhaal bedenk om m'n zinnen te verzetten. Maar gedachten gaan veel sneller dan fietsen. Binnen een minuut heb ik wel wat verzonnen, wat ik overigens niet beklijft.
Het is allemaal voor niets. Gisteren hebben ze m'n vetgehalte en spiermassa weer eens gemeten. Ik heb volgens het apparaat iets meer vet en minder spieren dan tien weken geleden bij de eerste meting. Een goede maand geleden stond ik er een stuk beter voor. Sindsdien heb ik er vijf procent vet bijgekregen en zijn er zeven kilo spieren verdwenen.
De pijn in m'n benen en rug wordt erger. Ik ben bijna dertien minuten onderweg. Wat zal ik eerst halen de honderd calorie of de dertien minuten? Door afwisselend naar de afstand, de tijd en het calorieverbruik te kijken, en in te schatten wat ik het eerst haal oftewel weer een kilometer of tien calorie of een minuut probeer ik m'n aandacht van de pijn af te leiden. Veel helpt het niet. Doorgaan. Als ik maar eenmaal bij de zeventien minuten ben dan haal ik de twintig altijd.
Ik moet niet te veel denken aan de te overbruggen tijd. Houd de kilometers in de gaten. Al die pijn is voor niks. M'n conditie is amper beter dan vijf maanden geleden. Kom op, nog even. In ieder geval 25 minuten moet ik het toch weer volhouden. En dan op naar de 200 calorie. Houd het nog even vol. Als ik mezelf geen pijn doe, bouw ik ook niks op.
Ik zet aan om de trappers van de hometrainer nog een keer te geselen. Wat een verbeelding. Als iets of iemand hier pijn lijdt dan ben ik dat. Doorzetten nu. Ik nader de 27 minuten. Dan haal ik de dertig ook. Zweetdruppels vallen op het stuur en m'n broek. Als ik nog even zo door ga, ben ik aan het waterfietsen. Ik veeg met m'n zakdoek nog een keer het zweet uit m'n ogen.
Nog even op de tanden bijten en het zit er weer op. Straks strompel ik weer naar huis. Bezweet en moe plof ik op de bank. Vrij snel zal ik dan voor de zoveelste keer vergeten dat de pogingen om iets van een conditie op te bouwen volkomen vergeefs zijn.
Morgen waggel ik vol goede moed opnieuw naar de fitness. Om de trappers en vooral mezelf weer eens flink te geselen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten